Gids voor bezoekers

Belgische art nouveau

“Het is niet de bloem die ik graag gebruik als decoratief element, maar de steel.”

Victor Horta

 

In de jaren 1850 maakt Brussel een culturele en artistieke omwenteling door. Als hoofdstad van een nieuw land met een zeer liberale grondwet verwelkomt Brussel politieke en artistieke ballingen en wordt het de smeltkroes van de eerste avant-garde bewegingen. De industriële revolutie geeft aanleiding tot een nieuwe, verrijkte sociale klasse die haar succes wil tonen. Toch zijn er grote ongelijkheden en heerst er onrust in de sociale bewegingen.

Rond 1880 wil een nieuwe generatie kunstenaars, vooral afkomstig van de Brusselse Academie voor Schone Kunsten, zich mengen in het debat. Zij ijveren voor een totale hervorming van het onderwijs, van de productie van kunstvoorwerpen en voor een ruime verspreiding van “schoonheid”. In die zin heeft zij het onderwijs van de Arts and Crafts, een in Engeland geboren maatschappijkritische, progressieve en esthetische beweging die streeft naar universele schoonheidin het dagelijks leven volledig overgenomen.

Deze pioniers, zowel schilders, beeldhouwers als architecten, maken van dit onbekend terrein gebruik om te experimenteren met ornamenten, die via een slingerbeweging een revolutie teweegbrengen in de architectuur, die hen op haar beurt terug absorbeert. Salons zoals die van de Libre esthétique zijn een gelegenheid om te experimenteren met hun idealen. Voor het eerst wordt de weg vrijgemaakt voor het ontstaan van totale kunst.

De art nouveau-lijn is niet die van een bloem, maar van een levenskracht die ontleend is aan de natuur. Victor Horta drukt het uit in de vorm van een zweepslag. Hoe zit het met de anderen? Hoe willen deze protagonisten de kunst hervormen? Zijn zij actoren van verandering of reageren zij op de groeiende vraag? 

Het is in deze dichte en complexe context in België dat de “moderne stijl”, nu art nouveau genoemd, ontstaat. Het wekt de belangstelling van heel Europa, want nooit eerder heeft het zo’n hoogtepunt bereikt. De architect Victor Horta, met het Hotel Tassel, is de eerste die zich er in 1893 aan waagt. Weten we nog dat Paul Hankar in datzelfde jaar een ander meesterwerk produceerde en zijn eigen huis op enkele meters afstand bouwde? Dat Henry van de Velde een van de pioniers ervan was of dat het werk van Serrurier-Bovy over de hele wereld werd verspreid?

Deze eerste tentoonstelling wil een overzicht geven van de kunstenaars die door hun engagement de basis hebben gelegd voor wat de 20e eeuw “design” zou noemen.

Paul Hankar (1859-1901)

Naast Victor Horta wordt Paul Hankar beschouwd als de ‘andere’ vader van de art nouveau in België.

Met de bouw van zijn eigen huis en atelier in de Defacqzstraat in Brussel in 1893 vestigt hij zich officieel als onafhankelijk architect. Dit architectuurmanifest, net als het door Victor Horta ontworpen Hotel Tassel (1893), betekent de geboorte van de art nouveau. Dankzij zijn leraar-architect Hendrik Beyaert, een voorstander van eclecticisme en historicisme, wordt Paul Hankars stijl sterk beïnvloed door de plaatselijke architectuur. Zijn eigen gevoeligheid brengt hem ertoe de Engelse Arts and Crafts-beweging te associëren met de Japanse architectuur. Ook zijn passie voor archeologie is evident. Zijn vernieuwing van de kunst is geen weergave van de natuur, maar een mengeling van de verschillende invloeden die hem omringen. 

De vernieuwing van Paul Hankar ligt niet zozeer in de ruimtelijke structuur van zijn gebouwen als wel in de vormentaal ervan: het samenspel van bakstenen, het bijzonder zorgvuldige gebruik van metaal of steen, de vaak complementaire kleuren en grondstoffen en de verfijning van de gebruikte materialen zijn de belangrijkste kenmerken. 

Hankar brengt zijn streven naar dynamiek tot uiting door circulaire bewegingen die de elementen aannemen. Maar laten we ons niet vergissen: het ornament in zijn werk is nooit gratuit en heeft in de eerste plaats een functie. In die zin is zijn rationalisme beïnvloed door de theorieën van de Franse architect Viollet-le-Duc. Deze stijl komt ook tot uiting in de meubels die hij ontwerpt en waarvan het aantal voortdurend toeneemt. Zijn kunst neigt er dus naar totaal te worden en alle uitdrukkingswijzen te overheersen. Voor de grafische kunsten (behangpapier, sgraffiti, enz.) werkt hij samen met Adolphe Crespin.

In 1897 wordt Hankar hoofdarchitect van de Koloniale Tentoonstelling in Tervuren. In die hoedanigheid ontwerpt hij verschillende zalen en verzamelt hij Gustave Serrurier-Bovy, Henry van de Velde en Georges Hobé rond zich... Het succes komt: de art nouveau komt in de mode en brengt de architect bekendheid. Naast opdrachten voor particuliere woningen wordt hij nu ook gevraagd om winkels en restaurants te ontwerpen. Ondertussen vervoegt een nieuwe generatie jonge getalenteerde medewerkers zijn atelier: Emile Van Nooten, Paul Hamesse en Léon Sneyers.

Hij sterft in 1901, op het hoogtepunt van zijn carrière.

 

1.
Kandelaar voor Hôtel Kleyer (Brussel, vernield) 
1898
smeedijzer, messing
RES collection — Galerie St-John, Ghent

2.
Kandelaar en luciferhouder
ca. 1893
koper, brons
Jonathan Mangelinckx Collection

3.
Ornament voor de persoonlijke woning van de kunstenaar (Brussel)
1893
smeedijzer
Design Museum Gent       

4.
Details van stenen uit de ommuring van het atelier van Albert Ciamberlani (Brussel, vernield)
Ongedateerd
potlood, oost-Indische inkt op bruin papier
Collectie Jeanine Goffette-Guy Vanbellingen     

5.
Kruk voor de Grillzaal van het Grand Hôtel (Anspachlaan, Brussel, vernield)
1897
eik, leder, koper
Jonathan Mangelinckx Collection      

6.
Pianokruk voor Philippe Wolfers' Villa Les Glycines (La Hulpe)
ca.1899
hout, leder
RES collection — Galerie St-John, Ghent      

7.
Kruk voor de persoonlijke woning van de kunstenaar (Brussel)
1899
eik
Design Museum Gent    

8.
Stoel voor de eetkamer van Philippe Wolfers' Villa Les Glycines (La Hulpe)
1899
eik, leer, koper
Jonathan Mangelinckx Collection  

9.
Adolphe Crespin (1859-1944)
Reclameaffiche voor de architect Paul Hankar
1894
afdruk op papier
Musée d’Ixelles Musée d’Ixelles

10.
Theetafel voor het Hôtel Renkin (Brussel, vernield)
1897
mahonie, marmer, onyx
Design Museum Gent 

11. 
Wandlamp voor de persoonlijke woning van de kunstenaar (Brussel)
1893
smeedijzer
Design Museum Gent  

12.
Deel van een kast voor de persoonlijke woning van de kunstenaar (Brussel)
1893
pitchpine, iep, messing 
Design Museum Gent

13. 
Stoel voor de rookkamer van Philippe Wolfers' Villa Les Glycines (La Hulpe)
1899-1900
eik, mahonie, leder, brons
Design Museum Gent

14.
Kruk voor de rookkamer van Philippe Wolfers' Villa Les Glycines (La Hulpe)
1899-1900
eik, mahonie, leder, brons
Design Museum Gent 

Gustave Serrurier-Bovy (1858-1910)

Gustave Serrurier-Bovy is de man die de Belgische art nouveau op grote schaal heeft weten te verspreiden. Opgeleid als architect, produceert de Luikenaar aanvankelijk meubels in een stijl die sterk beïnvloed is door Arts and Crafts.

Dankzij zijn huwelijk in 1884 met Maria Bovy kan hij zijn naam verbinden aan die van een grote onderneming gespecialiseerd in interieurdecoratie: in 1888 wordt het merk Serrurier-Bovy geboren. Met grote toewijding neemt hij deel aan kunsttentoonstellingen om bekendheid te verwerven. Zo wordt in 1894 een set meubelen in Engelse stijl, de “ambachtelijke kamer”, opgemerkt op de Libre Esthétique tentoonstellingen. In 1897 vraagt Paul Hankar hem een kamer in te richten op de Koloniale Tentoonstelling in Tervuren. Zijn intrede op de internationale scène vindt plaats op de Wereldtentoonstelling in Parijs in 1900, wanneer hij samen met René Dulong, zijn toekomstige partner, het Pavillon Bleu ontwerpt, een luxerestaurant aan de voet van de de Eiffeltoren. Serrurier-Bovy is op dat moment een bloeiend bedrijf met showrooms in Luik, Brussel, Parijs en Nice. De semi-industriële massaproductie van het meubilair maakt het mogelijk het op grote schaal te verspreiden in heel Europa en de wereld.

De stijl van Serurrier-Bovy is nieuw. Voor Henry van de Velde is hij de enige Belg die erin geslaagd is verder te gaan dan de Arts and Crafts beweging. De diversiteit van zijn interpretatie van de art nouveau kan worden verklaard door de aanpassing van zijn stijl aan zijn doelpubliek: sober en Engels in de beginjaren, weelderig en uitbundig rond 1900 wanneer de Parijse markt hem aantrekt, rationeel en functioneel wanneer hij vanaf 1903 zijn catalogus diversifieert of wanneer, in 1904, de sociale vraag in het spel komt. Ondanks deze voortdurende vernieuwing en evolutie blijft de hand van de ontwerper herkenbaar door zijn rationalisme, de kwaliteit van de uitvoering en de dialoog tussen kleuren en materialen.

De persoonlijke woning van de Serrurier-Bovys, de Villa L’Aube, wordt in 1903 in Luik gebouwd. Als ontmoetingsplaats voor zijn vrienden, vaak uit de artistieke wereld, wordt L’Aube opgevat als een totaalkunstwerk en een plaats waar hij graag potentiële klanten ontving en overtuigde.

De onverwachte dood van Gustave Serrurier in 1910 onderbreekt deze creativiteit abrupt. Het merk verdwijnt enkele jaren later.

 

1. 
Armstoel model 'Een ambachtelijke kamer'
1895
eik
Design Museum Gent      

2.
Stoel
1897-1898
hout, mahonie, leer
Design Museum Gent 

3.
Kader voor een ontwerp van het fresco Le Bois sacré cher aux arts et aux muses van Pierre Puvis de Chavannes (1824-1898) tentoongesteld in de Villa L'Aube (Luik)
1883-1884
mahonie, messing, koper, litho op papier
privécollectie

4.
Fragment behangpapier voor het Château de La Cheyrelle (Dienne)
ca. 1905
stencil op papier
Collectie Maison Hannon

5.
Stoelmodel 'Silex' voor het persoonlijke huis van de kunstenaar, de Villa L'Aube (Luik)
ca. 1905
populier, geschilderd metaal
Design Museum Gent

6. 
Kroonluchter voor slaapkamer 'Model C'
Serrurier & Cie
1904
ijzer, messing, glas
Arets Galleries

7.
Bed 'Model C'
1904
beschilderd metaal, brons, eik, metaal
privécollectie, Brussel

8.
Kapstok
1905
geëmailleerd gietijzer, messing
Musées de la Ville d'eaux - Spa

9.
Psyche
Serrurier & Cie
1905
populierenhout, metaal, verf
Collectie Fédération Wallonie Bruxelles
in depot bij het Grand Curtius

10.
Armstoel model "Wagner"
Serrurier & Cie
1902-1903
padouk, fluweel, zijde, brons
Design Museum Gent 

11.
Auguste Donnay (1862-1921) naar een tekening van Armand Rassenfosse (1862-1934)
Project voor het mozaïek op de hoofdgevel van de persoonlijke woning van de kunstenaar, Villa L'Aube (Luik)
1903-1904 
olieverf op doek
privécollectie

12.
Kader voor een project voor L'Aube van Armand Rassenfosse (1862-1934) tentoongesteld in de persoonlijke woning van de kunstenaar
1903-1904
padouk, messing, koper
privécollectie, België

13.
Armband
1905
verguld zilver, halfedelstenen
privécollectie, België

14.
Hanger
1905
verguld zilver, halfedelstenen
privécollectie, Frankrijk

15.
Soliflore
ca. 1905
smeedijzer, koper, kristal
Jonathan Mangelinckx Collection

16.
Soliflore
in samenwerking met René Dulong (1860-1944) 
en de Cristalleries du Val Saint-Lambert
1904
koper, kristal
Design Museum Gent    

17.
Menuhouder
Ongedateerd
koper, kristal
privécollectie, Frankrijk    

18. 
Paar boekensteunen
Serrurier & Cie
ca. 1902
messing
Jonathan Mangelinckx Collection  

19.
Keukenschort
ca. 1903-1904
katoen, zijde
privécollectie, België            

20.
Servet
ca. 1903-1904
linnen, katoen
privécollectie, België  

21.
Servet of doek voor de hoofdsteun van een fauteuil voor de persoonlijke woning van de kunstenaar
ca. 1903-1904
linnen, katoen, zijde
privécollectie, België

22. 
Servet of doek voor de hoofdsteun van een fauteuil
ca. 1903-1904
katoen
privécollectie, België

23. 
Fragment van een sprei of gordijn, voor de persoonlijke woning van de kunstenaar (aanname)
ca. 1903-1904
katoen, verf
privécollectie, België

24.
Tafelkleed
ca. 1903-1904 (aanname)
textiel
privécollectie, België          

Henry van de Velde (1863-1957)

Henry van de Velde wordt beschouwd als een van de grote theoretici van de art nouveau.

Ontevreden over zijn werk als schilder, zoekt hij vanaf 1892 naar nieuwe manieren van artistieke expressie.

De decoratieve en toegepaste kunsten, die ook door zijn partner Maria Sèthe worden beoefend, worden voor hem een experimenteel terrein, waardoor hij zich de Arts and Crafts-beweging meester kan maken en het denkproces kan voortzetten.

Zijn theoretische visie, waarover hij lezingen geeft en essays publiceert, bestrijkt een groot aantal onderwerpen zoals de positie van het ornament, en de functionaliteit ervan en het productieproces. Omdat hij de technische vooruitgang in verband wil brengen met de productie van kwaliteitsvolle gebruiksvoorwerpen, is hij een van de eersten die al in 1894 pleit voor het gebruik van de industriële machine om het werk van de arbeiders te verlichten en een brede distributie te bevorderen. In die zin kan hij beschouwd worden als de vader van het design in België. 

Het credo van Henry van de Velde is “een lijn is een kracht”. Deze signatuur kenmerkt zijn creaties: de lijn, organisch geïnspireerd maar abstract, bouwt en versiert het object. Dit geldt in de meest uiteenlopende disciplines: meubels, zilverwerk, keramiek, enz. Uit zijn vroegere carrière als schilder behoudt hij zijn oog voor kleurencombinaties en zijn vermogen om eenheid te scheppen in meubels, decoratie, kunstwerken en architectuur.

In 1900 verhuist Henry van de Velde naar Duitsland, waar zijn werk hoog gewaardeerd wordt. In Weimar sticht hij een school voor decoratieve kunsten met een nieuw onderwijssysteem, gekenmerkt door praktijkwerk en diversiteit van opleidingen.

Pas in 1926 keert hij terug naar België. Op verzoek van de Belgische regering sticht hij in Brussel de school La Cambre, die vergelijkbaar is met zijn school in Weimar. Henry van de Velde wordt zo een pionier van een hele nieuwe generatie Belgische kunstenaars, voor wie de art nouveau een impuls is en een geestesgesteldheid blijft.

1.
Behang in samenwerking met Maria Sèthe (1867-1943)
muurschildering door het Atelier d'Offard
Zonder titel
1893-1896
Fonds van de Velde. ENSAV - La Cambre, Bruxelles 
© SABAM Belgium 2023

2. 
Maria Sèthe (1867-1943)
reproductie, behangpapier
Tulipes
1893-1896
Fonds van de Velde. ENSAV - La Cambre, Bruxelles 
© SABAM Belgium 2023

3. 
Behangpapier in samenwerking met Maria Sèthe (1867-1943)
Reproductie
Ancolies
1893-1896
Fonds van de Velde. ENSAV - La Cambre, Bruxelles 
© SABAM Belgium 2023

4.
Behangpapier in samenwerking met Maria Sèthe (1867-1943)
Reproductie
motif dynamo-graphique
1893-1896
Fonds van de Velde. ENSAV - La Cambre, Bruxelles 
© SABAM Belgium 2023

5.
Behangpapier in samenwerking met Maria Sèthe (1867-1943)
Reproductie
Zonder titel
1893-1895
Fonds van de Velde. ENSAV - La Cambre, Bruxelles 
© SABAM Belgium 2023

6.
Tapijt voor de slaapkamer van het Eschehuis (Chemnitz, Duitsland)
1908
wol
Design Museum Gent

7. 
Sellette voor Louis Bauer
1896
padouk
privécollectie, Brussel

8.
Fauteuil voor Louis Bauer
1896
padouk, textiel
privécollectie, Brussel    

9. 
Vitrinekast
ca. 1896
Amerikaanse walnoot, wit glas, gekleurd glas
Design Museum Gent    

10.
Pianobank voor de persoonlijke woning van de kunstenaar Les Hauts Peupliers (Weimar-Ehringsdorf, Duitsland)
1902
gelakt grenen
Design Museum Gent

11. 
Stoel model "Bloemenwerf" 
1895
eik, leder
Jonathan Mangelinckx Collection

12.
Plafondlamp, model "E 118"
ca. 1904
gepolijst messing, glas
Klassik Stiftung Weimar

13. 
Tegels (x 2)
Alexandre Bigot & Compagnie
1899
steengoed
Design Museum Gent

14. 
Tegel
Alexandre Bigot & Compagnie
1895
steengoed
Design Museum Gent   

15.  
Menuhouder van de kunstenaar
1911
zilver
Design Museum Gent    

16. 
Broche
1895-1898
goud, saffier, diamant
Jonathan Mangelinckx Collection

17. 
Tandenstokerhouder
1901
verzilverd
Design Museum Gent

18. 
Dasspeld van de kunstenaar
ca. 1900
zilver
Design Museum Gent

19.
Inktpot
1898
brons 
Design Museum Gent

20.
Juskom, bord en broodbord, 
porseleinfabriek Meissen
1903-1904
porselein
Design Museum Gent

21.
Kop, schotel en bord voor ontbijtservies
porseleinfabriek Burgau
1906
porselein
Design Museum Gent

22.
Koffielepel
1900-1999
zilver
Design Museum Gent

23. 
Visschep, sauslepel, fruitvork, vismes, visvork en zoutlepel van het model 'I'
1902-1906 (Tekeningen)
verguld zilver
Design Museum Gent

24.
Dessertmes, vork en lepel model 'III'
1910-1911 (Tekeningen)
zilver
Design Museum Gent

25.
Vork, lepel, dessertmes en messen van het model 'II'
1905-1906
zilver
Design Museum Gent

26.
Jurkenstof (staal)
1901
zijde
Design Museum Gent

27. 
Jurkenstof (staal)
1901
zijde
Design Museum Gent

28. 
Stof voor een jurk (ontbrekende jurk, staal)
1901
zijde
Design Museum Gent

29. 
Decoratieve stof uit de stalencollectie van de kunstenaar
1906
katoen
Design Museum Gent

... & Co

In 1883 richt de advocaat en essayist Octave Maus een artistieke kring op, de XX, die in 1894 wordt opgevolgd door de Libre Esthétique. Onder de oprichters waren Fernand Dubois, James Ensor, Fernand Khnopff, Jef Lambeaux, Périclès Pantazis en Théo Van Rysselberghe, die al snel gezelschap krijgen van Anna Boch, Félicien Rops, Georges Lemmen, Henry van de Velde, Auguste Rodin, George Minne en Paul Signac ... De kunstenaars die uitgenodigd worden om te exposeren zijn niemand minder dan Pissarro, Monet, Seurat, Caillebotte, Toulouse-Lautrec, Gauguin, Cézanne, van Gogh...

In die tijd is de hiërarchie tussen de verschillende soorten kunst nog hardnekkig.

De schone kunsten (schilderkunst, beeldhouwkunst, architectuur, enz.) worden als belangrijk beschouwd, tegenover de decoratieve kunsten (keramiek, meubels, enz.) en de toegepaste kunsten (textiel, mode, enz.), die als minder belangrijk worden beschouwd. Zoals Lemmen, van de Velde of Finch, dagen de leden van deze avant-gardistische kringen, die een groot aantal kunstenaars uit de schone kunsten samenbrengen, de conventies uit en onderzochten zij nieuwe uitdrukkingswijzen en -middelen.

Bij de Cristalleries du Val-Saint-Lambert (Luik) is artistiek directeur Léon Ledru de eerste die het aandurft om de art nouveau-lijn in de catalogus te integreren door te werken met grootte en kleur, in de hoop tegemoet te komen aan de verwachtingen van een publiek dat op zoek was naar vernieuwing.

Tien jaar later heeft de zogenaamde “tweede generatie”, dat wil zeggen de leerlingen of discipelen van de architecten, niet afgezien van wat hen was geleerd. Degenen wier werken hier worden tentoongesteld zijn Léon Sneyers, Paul Hamesse en Fritz Seeldrayers, leerlingen van Paul Hankar. Maar wie herinnert zich hen nog? Toch hebben zij een belangrijke bijdrage geleverd aan de Belgische art nouveau, door de lessen van de meesters te bestendigen: de lijn is een kracht, geen plantaardig model dat moet worden nagebootst. Rond 1900 lijkt zij te verdwijnen, in contact met andere experimenten of invloeden (Glasgow, Wenen, Darmstadt...), om vervolgens terug te keren naar een rechte lijn...

 

1.
Alfred William Finch (1954-1930)
Tegels (x 2)
1895-1897
aardewerk, englobe, glazuur,
Design Museum Gent 

2.
Alfred William Finch (1954-1930)
Tegels (x 2)
1895-1897
aardewerk, englobe, glazuur
Design Museum Gent

3.
Alfred William Finch (1954-1930)
Vaas
1895-1897
aardewerk, slip, glazuur
Design Museum Gent

4.
Alfred William Finch (1954-1930)
Vaas
1895-1897
aardewerk, slip, glazuur
Design Museum Gent

5.
Georges Lemmen (1865-1916)
Omslag voor de catalogus van de tentoonstelling van de XX
1893
prent op papier
Jonathan Mangelinckx Collection

6.
Georges Lemmen (1865-1916)
Omslag voor de catalogus van de tentoonstelling van de XX
1891
prent op papier
Jonathan Mangelinckx Collection

7.
Alfred William Finch (1954-1930)
Vaas
1894
keramiek
RES collection — Galerie St-John, Ghent

8.
Georges Hobé (1854-1936)
Wandlamp
1902
brons, kristal
Jonathan Mangelinckx Collection

9.
Léon Sneyers (1877-1949)
Lijst voor een foto van Philippe Wolfers' Junon! of la Fée au Paon (1901)
ca. 1902
eik, glas
Koning Boudewijnstichting
in depot bij het Museum Kunst & Geschiedenis

10.
Léon Sneyers (1877-1949)
Lijst voor een foto van Philippe Wolfers' Iris et Poissons vaas (1897)
ca. 1902
eiken, glas
Koning Boudewijnstichting
in depot bij het Museum Kunst & Geschiedenis

11.
Léon Sneyers (1877-1949)
Lijst voor een foto van Philippe Wolfers' Pavots ! vaas (1897-1898)
ca. 1902
eikenhout, glas
Koning Boudewijnstichting 
in depot bij het Museum Kunst & Geschiedenis

12.
Léon Sneyers (1877-1949) 
Lijst voor een foto van Philippe Wolfers' Salamandres ! vaas (1898-1900)
ca. 1902
eiken, glas
Koning Boudewijnstichting
in depot bij het Museum Kunst & Geschiedenis

13.
Fritz Seeldrayers (1878-1963)
Spiegel
1902
pitchpin, glas
Privécollectie, Brussel 

14.
Paul Hamesse (1877-1956)
Sellette voor het Hôtel Cohn-Donnay (Brussel)
wit gelakt hout, keramiek
Jonathan Mangelinckx Collection

15.
Gisbert Combaz (1869-1941)
Ontwerp-affiche voor de inhuldiging van het stadhuis van Sint-Gillis
1904
aquarel, potlood en inkt op papier
Collectie van de gemeente Sint-Gillis

16.
Léon Ledru (1855-1926) 
en de Cristalleries du Val Saint-Lambert
Vaas
1897
kristal
Jonathan Mangelinckx Collection

17.
Léon Ledru (1855-1926)
en de Cristalleries du Val Saint-Lambert
Vaas
ca. 1897
kristal
Jonathan Mangelinckx Collection

18.
Léon Ledru (1855-1926) 
en de Cristalleries du Val Saint-Lambert
Vaas
1897-1905
kristal
Collectie Foundation Madeleine 7, België

19.
Léon Ledru (1855-1926)
en de Cristalleries du Val Saint-Lambert
Vaas
ca. 1897
kristal
Jonathan Mangelinckx Collection

20.
Léon Ledru (1855-1926)
en de Cristalleries du Val Saint-Lambert
Beker
ca. 1897
kristal
Collectie Foundation Madeleine 7, België

21. 
Gisbert Combaz (1869-1941)
Les éléments
1896
inkt op papier
Jonathan Mangelinckx Collection

22.
Gisbert Combaz (1869-1941)
Argo à la Toison d’Or
1897
prent op papier
Privécollectie, Brussel

23.
Gisbert Combaz (1869-1941)
Project met boom
1896
inkt op papier
Jonathan Mangelinckx Collection